Skip to content

Stichting Duurzaam Leidschendam-Voorburg

Vervolgstudie adviesgroep Vlietbruggen

Reactie op de vervolgstudie (verkeerssituatie Leidschendam-Voorburg in 2030) van de adviesgroep Vlietbruggen.

(* EOV = extra oeververbinding -- mtv = motorvoertuigen)
Scenario Beschrijving Beoordeling
Scenario 2 'Benutten zoals bedoeld' Oorspronkelijke voorkeursvariant, maar met aanvullende maatregelen (o.a. mtv-dosering*)
Scenario 2-aanvullend 'Benutten zoals bedoeld'
+ selectieve doelgroep toegang
Definitieve voorkeursvariant met als extra aanvulling mtv-dosering op alle Vlietbruggen
Scenario 3c 'EOV*, lage brug, 30 km/u' Niet acceptabel vanwege onherroepelijk besluit; het autoprobleem kan nu al worden opgelost
Scenario 3c-aanvullend 'EOV*, lage brug, 30 km/u'
+ selectieve doelgroep toegang
Nu niet acceptabel. Eventueel een alternatief mocht scenario 2-aanvullend niet helpen om autoprobleem op te lossen

Conclusie

De Stichting Duurzaam Leidschendam-Voorburg (DLV) kiest ook nu, naar aanleiding van de vervolgstudie, voor variant 2. En deze keer niet voor een variant ‘nog beter benutten’, maar voor een variant klimaat neutraal. Ons uitgangspunt is:

Een 30 km/u-regeling werkt onvoldoende om doorgaand autoverkeer op (sluip)routes te ontmoedigen.

We willen, nu en in de komende 25 jaar, een verkeers- en vervoersbeleid tot uitvoering brengen dat leidt tot minder uitstoot van gevaarlijke stoffen en minder autogebruik in Leidschendam-Voorburg én de metropoolregio MRDH, door onder andere:

  • in te zetten op gefiscaliseerd parkeerbeleid,
  • (meer) te investeren in openbaar vervoer en fiets,
  • zorg te dragen voor een goede verkeerscirculatie en -doorstroming op routes/wegen die bestemd zijn voor het doorgaand autoverkeer.

Onderbouwing

In mijn reactie op het eerste onderzoeksrapport van de adviesgroep Vlietbruggen, heb ik al aangegeven dat de voorkeur van onze stichting uitgaat naar een variant van scenario 2 ‘benutten zoals bedoeld’: een variant waarbij de bruggen niet geheel worden afgesloten voor het gemotoriseerd verkeer, maar waarbij het autoverkeer via de Vlietbruggen gedoseerd wordt toegelaten.

Ook in de vervolgstudie is het ‘waterbed-effect’ te zien. Een nieuwe brug ter hoogte van de op- en afrit naar de N14 en het doseren van motorvoertuigen op de zuidelijke sluisbrug en de Wijkerbrug (tot max. 5.000 mtv/dag) heeft als effect dat het aantal motor­voertuigen op de Damlaan en de zuidelijke sluisbrug afneemt van 9.000 naar max. 5.000 mtv/dag.  Een doelstelling die de gemeente al eerder had vastgesteld bij het gereed komen van de N14. Ook toen is de gemeente erop gewezen dat een 30 km/u-regeling het doorgaande autoverkeer op de Damlaan en op de sluisbrug niet zal verminderen.

Een nieuwe, extra oeververbinding (EOV) om de autoproblemen in de Damlaan en op de zuidelijke sluisbrug op te lossen, is bovendien een erg dure oplossing. Naast de kosten van een nieuwe Vlietbrug komen daar nog bij het grondexploitatieverlies Klein Plasspoel­polder en de reconstructie­kosten Oude Trambaan om op die weg twee richtingen autoverkeer mogelijk te maken. De autoproblemen op de Damlaan en Damplein en op de zuidelijke sluisbrug doen zich nu al voor, en het duurt nog jaren voordat er een nieuwe brug ligt; de doorgaand autoverkeer werende maatregelen op de Damlaan en sluisbrug, en ook op de Rembrandtlaan, Wijkerlaan en Wijkerbrug kunnen nu al worden genomen.

De oplossing is dan ook niet gelegen in het faciliteren van het autoverkeer door nieuwe infrastructuur aan te leggen, maar in het ontmoedigen van het autoverkeer via de zuidelijke sluisbrug en de Wijkerbrug. Beter nu dan over 10 à 25 jaar. Het gevolg van deze auto werende maatregelen is wel dat het doorgaande autoverkeer de N14 zwaarder zal belasten, en dat in de spitsuren filevorming zal optreden. Dit is wel in tegenstelling tot het tot nu toe gevoerde regionale beleid met betrekking tot verkeer en vervoer; een beleid dat de groei van het autoverkeer onvoldoende afremt.

Ongelimiteerde groei van het autoverkeer moet, nu al en ook straks, worden tegengegaan. Vooral omdat de gemeente Den Haag, en ook de regio, in 2040 klimaat neutraal wil zijn. Het zogenoemde flankerend beleid — ‘rekening’-rijden, gefiscaliseerd parkeren, vergunningenstelsel, fietsverkeer, enzovoort — moet dan ook serieus worden opgepakt, en het huidige en-en beleid (én openbaar vervoer én autoverkeer) moet terzijde worden geschoven.

Voor de gemeente Leidschendam-Voorburg betekent dat:

  • beperkte openstelling, met name in de spitsperioden, van alle Vlietbruggen,
  • invoering van gefiscaliseerd parkeren in de hele gemeente, ook bij ‘the Wall of the Netherlands’,
  • afstemming van het openbaar vervoer op de lokale vervoersvraag,
  • meer ruimte en prioriteit voor het fietsverkeer.

Op de N14 zal de filevorming iets vergroten en de vertraging in de spitsen enkele minuten meer gaan bedragen, maar automobilisten moeten dat maar als strafmaatregel zien. Dit vanwege het niet (beter) benutten van andere vervoersmiddelen en/of andere reisperioden. En hoe erg is die 5 minuten vertraging? Reizigers per openbaar vervoer en fietsers bij verkeerslichten ondervinden die vertraging al veel langer!


Jac Wolters
Bestuurslid DLV